eLaborate
::: eLaborate options :::
    Versnummers
    Versnummer in editie Jonckbloet (1846-1849)

    Cursieven in de leestekst
    Alles / Niets
    Annotatie op paleografisch-genetisch gebied
         Annotatie voor een hoofdstuktitel
         Annotatie voor een lombarde/initiaal
         Annotatie voor een paragraafteken
         Annotatie voor een correctie
         Annotatie voor een afkorting
         Annotatie voor een getal
         Annotatie voor een leesteken in het handschrift
         Annotatie voor een emendatie
         Annotatie negeren
         Annotatie met betrekking tot woordscheiding

    Annotatie met tekstinhoudelijk commentaar

    Woordverklaring; vertaling
         Woordverklaring; vertaling; emendatie
    Annotaties



    1471Acglavael Hs. heeft Hestor; dit is een vergissing.
     

    1473nam Keyen op 'hees Keye overeind'.
     

    1476Dat ... groet 'dat hij geen woord kon uitbrengen'.
     

    1480Brandesion Eerste (nogal late) voorkomen van de naam van de kasteelheer. In de Waleweinhandeling dragen de meeste kasteelheren ook een naam: Morilagant, Gorlemant. De naam Brandesioen komt in geen enkele andere Nederlandse tekst voor.
     

    1483trac Het is niet duidelijk of er trac of trat staat; de c en de t zijn in het handschrift van kopiist B zeer moeilijk te onderscheiden. Gezien de combinatie met het voorzetsel achter, is gekozen voor de eerste mogelijkheid.
     

    1483trac achter Betekenis is niet helemaal zeker. Het MNW citeert deze plaats met als betekenis 'ging achteruit' (om zich te weer te stellen). Beter lijkt 'wilde ontsnappen', dat dichtbij de door het MNW genoemde betekenis 'wegsluipen' komt (Vgl. MNW, s.v. 'achtertrecken', I, 1 en 2).
     

    1483metter druest 'met grote snelheid'.
     

    1484Brandesion Getuige de wat vreemd gevormde b en r wilde de kopiist eerst iets anders schrijven (Keye?). Een onridderlijke vuistslag in de nek is niet wat men van een hoofse kasteelheer zou verwachten. Anderszins: de lafhartige Keye wil ontsnappen en de kasteelheer moet hem wel van achteren raken.
     

    14851485 voor dit vers een stipje; geen correctie.
     

    1486nederstorte Hs. heeft neder storte (Vgl. MNW, s.v. 'nederstorten').
     

    1487met allen 'volkomen', 'helemaal', misschien hier 'languit' (Vgl. MNW, s.v. 'met', 6)
     

    1488wel na 'bijna'.
     

    1497opt Hs. heeft optt.
     

    1498drie De kasteelheer en de knape zijn nauwelijks buiten of er zijn al weer drie vrienden van Keye van het paard gestoten (19-3=16). Vervolgens geven drie ridders zich over en wordt een ander gedood door Gariët (vs. 1511). Op dat moment zijn er nog twaalf ridders over. De uitroep van Acglavael in vs. 1524: ''Haddire noch II, gi had die helt", klopt dus.
     

    1500Dese III, dat wet 'Wat betreft deze drie (L., G. en H.), moet u weten dat ...'
     

    1501afgesteken Hs. heeft af gesteken (Vgl. MNW, s.v. 'afsteken').
     

    1502vord gestreken 'naar voren (naar het veld) gereden'. Omdat de vorm enigszins afwijkt van de in het MNW opgenomen infinitief 'vorestriken', is dit samengestelde werkwoord niet aan elkaar geschreven in de leestekst.
     

    1510Eer ... geven 'voordat hij bereid was zich over te geven'.
     

    1523Al sonder ... in u gewelt 'Zonder ook maar een gevecht te leveren, kunt u ze gevangennemen'.
     

    1524helt 'helft'.
     
    Annotatiecategorieën



    Annotatiecategorieën

    Facsimile



     

    Click to zoom in.Click to zoom out.Click to reset image to default.

    Zoeken



    Ga naar versnummer

    (1 - 3664 / 18603 - 22266)

    Zoekformulier

    Zoeken in alle tekst

    Zoekbereik

    Doorzoek site
    Doorzoek huidige map

    Transcriptie



    182ra
    Doe hi dus ter neder lach
    Ende die riddere vanden castele sach
    Dat Acglavael* reet tenen anderen ward,
    1472 Quam hi daer ward metter vard
    Ende nam Keyen op* wel saen
    Ende seide: "Gi moet nu sijn gevaen."
    Keye hadde so grote noet,
    1476 Dat hi ne sprac clein no groet*.
    Ende die riddere leidene doe
    Rechte toter porten toe
    Ende riep: "Laet in", harde sere,
    1480 "Ic beent, Brandesion*, u here!"
    Ende doen Keye dit hadde verstaen,
    Wildi hem ter were setten saen
    Ende trac* achter* metter druest*.
    1484 Doe nam Brandesion* die vuest
    * Ende slogene inden nacke so sere,
    Dat nederstorte* Keye die here
    Optie brucge daer met allen*,
    1488 Soe dat hi wel na* was gevallen
    In die gracht diep ende groet.
    Die knape doe di porte ontsloet,
    Want hi sinen here kinde saen
    1492 Bi sire spraken, sonder waen.
    Ende doen die porte was ontaen,
    Namen si beide doe Keyen saen
    Ende drogene in enen kerker daer
    1496 Ende gingen beide udeward daer naer.
    Ende eer si comen conden opt *velt,
    So waser daer noch drie* gevelt
    Van Lyoneel ende oec Gariet
    1500 Ende Hestor. Dese III, dat wet*,
    Elc hadde daer enen afgesteken*.
    Brandesion quam vord gestreken*
    Ende sijn knape mede, dats waer,
    1504 Ende namen die drie al daer
    Ende leidense bi Keyen gevaen
    Ende quamen weder udeward saen.
    Mar eer si daer conden comen,
    1508 So hadde Acglavael wel na genomen
    Enen riddere daer sijn leven,
    Eer hi hem op wilde geven*.
    Ende Gariet reeter enen doet
    1512 Ende Hestor brachte in groter noet
    Enen anderen optie stede,
    So dat hi hem op gaf gerede.
    Ende so dede oec Lyoneel:
    1516 Hi gaf daer enen so sijn deel,
    Dat hi hem scire genade bat.
    Doe riep Acglavael daer ter stat
    Brandesione ende seide hem nu:
    1520 "Her riddere, waromme en haesti u
    Niet seerre hier te desen tiden?
    Nemt op dese ridders! Al sonder striden
    Mogedise leiden in u gewelt*.
    1524 Haddire noch II, gi had die helt*.
    Haestu ende comt weder saen
    Ende brinct ons speren, dats wel gedaen."
    Des was Brandesions knape vroe
    1528 Ende brachte hen speren gedregen toe
    Daer si mede selen josteren.
    [text]
    [text]
    [text]